Kerststal 2019

Rechts: de doortocht door de Rode Zee. Mozes leidt het Joodse volk uit Egypte en brengt het in veiligheid.

Wat vooraf ging: het Joodse volk was in Egypte terechtgekomen: Jakob en zijn zonen waren daarnaartoe getrokken omdat er in hun eigen land (Israël) hongersnood heerste. Ze kwamen daar wonen onder de bescherming van Jakobs zoon Jozef die inmiddels onderkoning van Egypte was geworden. Het volk bleef daar in Egypte vele generaties lang wonen en breidde zich gestaag uit. Maar de Joden werden ook gezien als bedreiging voor de oorspronkelijke bevolking en in toenemende mate werden ze onderdrukt en gediscrimineerd en mishandeld.

God zag en hoorde de jammerklachten van het volk en beloofde: Ik daal af om te bevrijden. Er werd zelfs bepaald dat er geen Joodse jongetjes meer geboren mochten worden. Daarom werd Mozes na zijn geboorte door zijn moeder verstopt in een biezen mandje, in de Nijl gelegd en gevonden door de dochter van de farao. Zo kwam hij aan het hof terecht, zijn moeder werd gevonden om hem te voeden en Mozes was zich goed bewust van zijn afkomst.

Na een ongelukkige doodslag moest Mozes vluchten naar de woestijn, kreeg daar een Godservaring (het brandende braambos) en keerde terug naar het hof van de farao. Daar bepleitte hij de vrijlating van zijn volk (“Let my people go”), maar de farao weigerde. Vervolgens werd de farao en heel Egypte gestraft voor hun weigering met de 10 plagen. De laatste plaag was de dood van alle eerstgeborenen, dieren en mensen, waaronder de oudste zoon van de farao. Toen liet farao het volk gaan en dat trok onder leiding van Mozes weg uit Egypte, weg uit het diensthuis.

Die uittocht, die bevrijding wordt nog elk jaar gevierd: dat is Pesach, ons Pasen. In feite een feest om bevrijding te vieren. Toen ze nog maar net onderweg waren, kreeg de farao al weer spijt en stuurde zijn legermacht achter de Joden aan. Die dreigden klem te komen zitten tussen het Egyptische leger en de zee: de Rode Zee, of eigenlijk: de Schelfzee. Maar Mozes kreeg van God de opdracht om zijn staf uit te strekken over het water en het water week terug door een harde oostenwind. Zo kon het volk door de drooggevallen zee trekken naar de veilige overkant. Toen ze daar eenmaal waren, strekte Mozes nogmaals zijn staf uit over het water dat weer terugvloeide. Het Egyptische leger dat zich intussen midden in de zee bevond, werd door de golven verzwolgen en kwam om.

Het gaat uiteindelijk om bevrijding uit een situatie van dood en verdrukking, van onmacht en van “geen leven hebben”. Dit past ook helemaal bij het tafereel aan de linkerkant. Dit is het verhaal: Jezus trok door Galilea en er kwam steeds meer volk op hem af. Zo was hij eens in een huis en mensen werden door hem genezen. Het huis was overvol en ook buiten stonden drommen mensen. Er was geen doorkomen aan. Een lamme op een bed wilde ook naar Jezus om genezen te worden, maar hij kon hem niet bereiken. Vier vrienden namen het bed op, klommen het dak op, maakte dat open (dat kan nog steeds gemakkelijk in Israël) en lieten het bed met de lamme erop zakken, vlak voor de voeten van Jezus. Die zei tot de lamme: Wat wil je? Hij zei: ik wil genezen worden. Jezus zei: je zonden zijn je vergeven. Daartegen werd geprotesteerd, waarop Jezus zei: Wat is gemakkelijker: te zeggen dat je zonden zijn vergeven of te zeggen dat je genezen bent. Welnu, zei Jezus tegen de lamme: Neem je bed op en wandel. En dat deed hij. We noemen dat een wonder. Waar het eigenlijk om gaat, is dat die lamme bevrijd werd uit zijn situatie van doodse uitzichtsloosheid.

Wat heeft dit alles met Kerstmis te maken? Wij geloven dat Jezus op aarde is gekomen om ons te bevrijden uit de macht van het kwaad. Dat kwaad manifesteert zich in mensen die verblind zijn, verlamd door angst en wanhoop, doof voor de ellende van anderen, klein geworden door de aandacht voor onbelangrijke zaken of verdrukt en mishandeld door de machten en krachten van gewelddadigers. Bevrijding, daar gaat het om. In de verhalen van dit jaar, maar ook met Pasen en met Pinksteren (de leerlingen van Jezus werden bevrijd van hun angsten trokken de wereld in). Zo vallen Pasen en Pinksteren toch op één dag (en Kerstmis ook). Nou ja, laten we die feesten toch maar apart blijven vieren.